
(bron: Wikipedia)
“Sport has the power to change the world. lt has the power to inspire. lt has the power to unite people in a way that little else does. lt speaks to youth in a language they understand. Sport can create hope where once there was only despair.”
Nelson Mandela
Sport is plezierig en is gezond. Er is meer: samen van sport genieten, zorgt tevens voor sociale integratie. Dat sport, en vooral kleinschalige buurtsport, een belangrijke maatschappelijke rol speelt, wordt door diverse internationale studies en good-practices bevestigd.
Daarom is het opzetten van lokale sportinitiatieven een kerntaak van elke overheid.
Sport wordt sinds de oudheid gebruikt voor natievorming en inclusie. Toch zetten de huidige disruptieve tijden en de groeiende diversiteit onze samenleving voor extra uitdagingen. Xenofobie neemt nog steeds toe en nieuwkomers sluiten zich op in “parallelle samenlevingen”. Deze uitdagingen zijn al lang de grootstad ontgroeid, zodat ook de meest landelijke gemeente de handschoen moet opnemen. Sport is de universele taal om tot interculturele dialoog te komen, maar ook andere bevolkingsgroepen vinden door sport aansluiting in de samenleving: kansarmen (cfr. Belgian Homeless Cup), mensen met een handicap (G-sport), psychiatrie en verslavingen (sport- en bewegingstherapie), ouderen (seniorensport), …
Waarom is sport zo’n geschikt medium voor maatschappelijke integratie? Het fysieke aspect van sport zorgt dat we letterlijk dichter bij elkaar komen, iets wat in andere omstandigheden uitgesloten zou zijn. Taal is in de communicatie bij sport minder belangrijk omdat er universele waarden (zoals fair play), uniforme regels en normen gelden. Het gezamenlijk ervaren van overwinningen, nederlagen en emoties creëert een gevoel van gemeenschap. Nationaliteit, afkomst en religie verliezen aan belang.[1]
Ondanks inspanningen vinden deze doelgroepen nog te weinig hun weg naar de reguliere sportclubs. Financiële drempels, niet aangepaste werking en infrastructuur, maar vooral culturele verschillen staan dit in de weg. De financiële drempel voor kansarmen, het onverbloemd racisme tijdens wedstrijden en de weinige “G”-initiatieven tonen aan dat de integratie door sport geen evidentie is.
Iedereen is overtuigd van het heilzame potentieel van sport op de maatschappelijke gezondheid, maar over de ingrediënten voor succes is er veel minder consensus. Het blijft vaak een verhaal van trial and error. Blijkbaar is iedere context te verschillend voor een “one-size-fits-all”-aanpak. Sociale integratie is immers een langdurig en zeer gedifferentieerd proces. Daardoor leidt een uitrol van diverse kleine initiatieven tot een betere outcome.
Wat zijn volgens mij de voorwaarden tot succes:
- Integratie mag dan het doel zijn van dit project, deze boodschap mag er evenwel niet vingerdik op liggen om elke vorm van contra-productief paternalisme te vermijden.
- De infrastructuur uitwerken in co-creatie tussen specialisten, buurtbewoners en buurtwerkers.
- Structurele verankering van dit project. Deze projecten hebben meestal tijd nodig om succesvol uit te groeien.
- De projecten ook sociaal verankeren in de buurt, mede-eigenaarschap creëren bij de omwonenden en onderhoud en controle zo lokaal mogelijk houden. Werken aan betrouwbare en stabiele organisatiestructuren. Streven naar een actieve betrokkenheid van de buurtbewoners.
- Zorgen voor een genetwerkte organisatie: deze infrastructuur en activiteiten staan niet los van andere lokale initiatieven, zoals jongerenorganisaties en sportclubs, maar ook onderwijs, vormingswerk, openbare bibliotheek, gemeenschapscentrum, horeca en winkels, …
- Vanaf de opening van de infrastructuur ook sociale activiteiten laten organiseren, zoals buurtfeesten en barbecues
- Leren van elkaar. Breng de verantwoordelijken van de lokale infrastructuren zoveel mogelijk samen, dit bevordert engagement en kennisuitwisseling. Wissel zoveel mogelijk ervaringen uit.
- Zorg voor regelmatige evaluatie en opvolging, ook na het afronden van de projectperiode.
- Financiële middelen zijn minder belangrijk dan menselijke hulpbronnen.
Lokaal sportbeleid is dus meer dan de broedkamers van
atleten, ze zorgen voor een gezonde ontspanning voor tal van mensen. Competitie
is een leuke bijkomstigheid, maar mag niet de essentie zijn in de
sportbeleving. Gezonde beweging, sportplezier en sociale cohesie moeten voorop
staan, ook voor minder evidente doelgroepen.
[1] Hartmann, Herbert (2013). Integration Through Sport. Copenhagen: ISCA. Geraadpleegd op 08 september 2019 via http://isca-web.org/files/Integration%20Through%20Sport.pdf