“I am a firm believer in the people. If given the truth, they can be depended upon to meet any national crisis. The great point is to bring them the real facts, and beer.” Abraham Lincoln
Brussel, zondag 9 juni 2024, verkiezingsochtend. De Belgische premier Alexander De Croo heeft zojuist gestemd en wandelt naar café ’t Bierpotje in Brakel voor een lokaal biertje. Het tafereel is emblematisch: een staatshoofd dat zijn verkiezingsdag inzet met gerstenat. Bier is immers niet zomaar een drankje; het is door de wereldgeschiedenis heen een drijvende kracht geweest in de politiek. Van oude koninkrijken die bier inzetten om loon uit te betalen of wetten af te dwingen, tot moderne lobbyisten die deals sluiten aan de toog. Bier heeft altijd meer gedaan dan dorst lessen.
Dit is een een eerste deel in de verkenning hoe bier als politiek instrument heeft gediend om macht te verwerven, akkoorden te beklinken en invloed uit te oefenen op besluitvorming, lokaal én internationaal. We reizen van de Mesopotamische tempels tot in de Belgische Wetstraat, van middeleeuwse gildes tot diplomatieke ontmoetingen met een pint in de hand.
Dat politiek en bier goed samen gaan komt zelfs tot uiting in typische Vlaamse en Nederlandse uitspraken, gezegden en spreekwoorden, zoals “cafépolitiek” en “tussen pot en pint”. Dat laatste verwijst naar een informeel gesprek, meestal tijdens het drinken, vaak in een café of bij een etentje. De uitdrukking komt voort uit de Vlaamse eetcultuur, waarin de ‘pot’ staat voor het eten (de kookpot, dus het warme maal), en de ‘pint’ voor het drinken.
In mijn consultancy-periode gaf ik mijn Nederlandse collega’s steeds de raad om nooit een uitnodiging om “nog iets te gaan drinken” af te slaan. In onze cultuur zit het namelijk ingebakken om na de formele vergadering, in een informele setting nog door te bomen over het onderwerp en zelfs zaken te beslissen, te “beklinken”. Een informeel akkoord wordt nog vaak bezegelt met een handdruk en het tegen elkaar tikken van de glazen. Toch verwijst de etymologie van “beklinken” niet naar het klinken van de glazen, wel naar “vastmaken”, zoals je met “klinknagels” doet.
In het verleden (en nog steeds vandaag) waren café- en keukentafels in Vlaanderen belangrijker dan vergadertafels. De anekdotes zijn eindeloos over contracten en innovatieve ideeën die vorm kregen op een bierviltje. Bij de onderhandelingen rond de zesde staatshervorming sprak Bart De Wever meermaals in interviews over het idee dat een goed model van staatsstructuur “op een bierviltje moest passen”. Hoewel er geen concreet viltje opdook, is het beeld blijven hangen als kritiek op de complexiteit van het Belgisch staatsmodel. De frase werd nadien gretig opgepikt in tal van opiniestukken.
Vooral in Vlaanderen (en in mindere mate Wallonië) is er een historisch verband tussen cafébezoek, vakbonden, politieke partijen (zoals de socialistische of katholieke zuil) en besluitvorming. Veel beslissingen werden, letterlijk, in een achterzaaltje van het café besproken.
Soms, heel soms, zorgen beslissingen “tussen pot en pint” tot een catastrofaal keerpunt in de wereldgeschiedenis. Tussen 8 en 9 november 1923 kwamenAdolf Hitler en zijn aanhangers samen in een café in München om een staatsgreep te beramen. Dit mondde uit in de mislukte Bierkellerputsch, waarna Hitler in de gevangenis “Mein Kampf” schreef.
Of het nu gaat over de Dorpsstraat, de Wetstraat of het wereldtoneel, eten en drinken spelen een enorme rol in de besluitvorming. Met onze Bourgondische inborst zijn Belgen meesters in het beïnvloeden langs de maag, het vermurwen via de smaakpapillen en het overtuigen middels beneveling.