Mobiliteitsproblemen worden vaak geassocieerd met “te veel”: files, overvolle treinen en dichtslibbende stadskernen. Iets wat vooral in verstedelijkte omgevingen voorkomt, hoewel de files in Overmere er op dit moment ook mogen zijn.
In onze omgeving gaat het vooral over “te weinig”: vooral het aanbod van het openbaar vervoer laat te wensen over en staat onder druk. In Zele sloten de loketten van de NMBS.

Trein in Punjab 1947
Het aanbod van de Lijn in onze gemeente is trouwens ook niet om naar huis te schrijven. De Lijn moet én kan beter. Basismobiliteit moet immers een grondrecht blijven en niet vervangen worden door de goodwill van een (te) liberale overheid, die denkt aan de inzet van Uber-taxis.

Bus in Pakistan
Tot voor kort was er geen tegemoetkoming voor de Buzzypas of Omnipas (de zogenaamde derdebetalerregeling) door de gemeente, zoals dit wel het geval is in veel andere gemeenten.
Een klein jaar geleden werd in de gemeenteraad een minimale tegemoetkoming goedgekeurd voor jongeren die met de bus naar school gaan, niet meer dan een habbekrats, maar hopelijk een eerste stap. Het gemeentebestuur komt voortaan tussen voor 10% in het abonnement Buzzy Pazz. De gemeente maakt daarvoor 20.000 euro vrij. Ter vergelijking de doortocht van de Ronde van Vlaanderen kost de gemeente 40 000 euro. Het was trouwens ook pas na lang aandringen van de oppositie dat deze troostprijs er kwam.
De tien procent (of 75% voor kansarmen) tegemoetkoming door de gemeente voor 12 tot 18-jarigen én de complexe procedure om ze te verkrijgen is echter een schijntje vergeleken met de andere gemeenten. In Berlare kunnen enkel scholieren genieten van deze korting, en niet de studenten, dat was ook niet voorzien in het geautomatiseerde aanbod van de Lijn, zodat mensen met de papieren, die ze eerst op de gemeente haalden naar een Lijnwinkel moesten rijden. Niet echt efficiënt en klantvriendelijk dus.