Gisteren was er de jaarlijkse receptie van de Cultuurraad. Ik voel me ook vereerd dat ik in het dagelijkse bestuur mag zetelen, want dit orgaan doet mooi werk. De receptie is dan ook een hoogmis van de cultuur in onze gemeente en daar worden mensen met bijzondere verdiensten in de bloemetjes gezet. Een volledig verslag vind je op de site van Nico Keppens.
Zelf had ik het voorrecht de laudatio uit te spreken voor Pieter Janssens. De neerslag van die rede vind je hieronder.
14 mei 1943: Amerikaanse bommenwerpers, de zogenaamde vliegende forten zijn op weg naar de GM-fabrieken in de Antwerpse haven. Daar hebben de Duitsers de lopende band heropgestart om militaire voertuigen te fabriceren. In Nederland stijgen drie Duitse jachtvliegtuigen op om de bommenwerpers te onderscheppen. In de buurt van Sint-Niklaas vallen ze op 7 kilometer hoogte de formatie aan. Helaas voor hen liggen ook Amerikaanse Thunderbolt jagers op de loer.
In Overmere, Lochristi en Kalken horen de inwoners de onheilspellende geluiden in de verte en zien een weinig later een vliegtuig naar beneden komen.
De Focke Wulf van Willi Lück is geraakt en duikt de diepte in. Willi probeert uit het tollende vliegtuig te ontsnappen, … helaas raakt hij te laat uit zijn cockpit en valt te pletter.
Het vliegtuig stort neer in Kalken op een boogscheut van Overmere in de buurt van de Bontinckstraat. De Focke Wulf slaat een grote krater. Aarde dekt langzaam het drama toe. Het verhaal van het vliegtuig wordt doorverteld door enkele ooggetuigen, maar verdwijnt langzaam in de mist der tijden.
We maken een sprong van meer dan 70 jaar en daar komen we Pieter Janssens tegen. Pieter wordt door mede-laureaat, Sam De Kegel, omschreven als een kruising van een onderzoeksjournalist, een ontdekkingsreiziger en een nieuwsgierig kind. Onze lokale Indiana Jones.
Zijn grootvader begeesterde hem met liefde voor, wat hij zelf noemt “mannekesgeschiedenis” : oude motoren en vooral de Tweede Wereldoorlog. Elke zondag is hij op stap met een metaaldetector, maar nog belangrijker: hij gaat praten met de mensen. Mensen die verhalen kunnen vertellen, die plaatsen kunnen wijzen. De Heemkundige kringen van Overmere en Kalken helpen hem verder op weg.
In 2014 ontdekt hij in Kalken de restanten van de daar ingeslagen V1. Afgelopen oktober werd de V1 verwerkt in een monument, waarlangs je als fietser zeker eens moet passeren. Naar aanleiding van het V1-verhaal vertellen de oudere mensen hem over een “neergestorte vlieger”. Meer heeft Pieter niet nodig. 6 maanden lang gaat hij op pad om het vliegtuig van Willi Lück op te sporen. Hij zoekt ooggetuigen op die de plaats kunnen situeren. Maar meer dan “ginder ergens” als aanduiding is er in het begin niet bij.
Tot hij Marc Bollaert ontmoet die hem vertelt over een stuk land, dat hij kocht en waarvan de verkoper lachtte “ge krijgt er een vlieger bij”. De perimeter is plots behapbaar en elke zondag gaat Pieter, alleen of met vrienden, aan de slag met de metaaldetector, soms tot in de vroege uurtjes. Zijn hart slaat over wanneer hij het eerste tandwieltje vindt.
Tijd voor grotere middelen: professionele scanapparatuur wordt er bij gehaald en men vindt inderdaad diep in de grond een groot metalen object. Veel publiciteit durft Pieter nog niet te maken. Stel je voor dat er een badkuip boven komt in plaats van een Focke Wülf.
Na 6 maanden zoeken kwam er 6 maanden paperassenwerk. Het verkrijgen van de vergunningen is een verhaal op zich dat ik u ga besparen. Gelukkig kan hij terugvallen op Cynrik De Decker van the Belgian Aviation History Association Archaeology Team voor de nodige ondersteuning.
Behalve zijn eigen middelen is het budget voor de prospectie, de opgraving, het transport, de schoonmaak en het stockeren … 0 euro. Met veel enthousiasme kan hij familie, vrienden, organisaties en bedrijven warm maken om mee te werken en in oktober 2015 vallen alle puzzelstukken op hun plaats. Pieter blijkt niet alleen een gepassioneerd onderzoeker, maar ook een volwaardige projectmanager.
De slapeloze nachten van Pieter worden beloond. Een team van 6 archeologen en 20 vrijwilligers haalt op 10 oktober, op één dag tijd, het vliegtuig van onder een laag van 2,5 meter aarde en modder. De krachtige BMW-motor ziet er uit alsof die gisteren gemaakt werd. Door de gele kentekens is het snel duidelijk dat het gaat over Gelbe 13, het vliegtuig van Willi Lück.
Een emotioneel moment wanneer de portefeuille van Willi gevonden wordt. Daarin quasi ongeschonden foto’s en liefdesbrieven. Zijn Nederlandse geliefde die hem haar onvoorwaardelijke trouw belooft, tegen de wil in van haar ouders. “Wat mijn ouders denken is ‘mir Scheisse Egal’”. Plots wordt geschiedenis wel zeer tastbaar.
En nu?
Sam De Kegel beschreef dit verhaal reeds prachtig in Knack Weekend.
Met de vliegtuigonderdelen, de brieven en de foto’s wordt een tentoonstelling gebouwd. Maar een aanrader op kortere termijn is de lezing van Cynrik De Decker over “de zoektocht naar Gelbe 13” op 17 februari in de Vrije Basisschool in Overmere.
Dames en heren, dit is een verhaal over passie voor geschiedenis, volhardendheid en een uitzonderlijke samenloop van omstandigheden. Een prachtig verhaal dat nog niet ten einde is.
Maar het is tevens een wijze les die Pieter ons wil meegeven: er zitten nog veel mooie verhalen in de grond én in de hoofden van de mensen, laat die aub niet verloren gaan.
Pieter, de culturele nominatie wordt jou overhandigd door schepen Julien Wettinck, bevoegd voor openbare werken en dus ook voor opgravingen.
Woordje van de laureaat ….
Op volgende linken vind je een fotoverslag: