
bron: www.wichelen.be
Volksverheffing, ooit één van de socialistische idealen, was het idee dat we mensen een beter en voller leven konden bieden door hen zoveel mogelijk toegang te bieden tot cultuur in de brede zin van het woord. De eerste bibliotheekwet werd in 1921 uitgevaardigd door de socialistische minister Jules Destrée, niet toevallig twee jaar na de Wet Vandervelde (ook een socialist), die het alcoholmisbruik aan banden wilde leggen. Arbeiders moesten immers ontvoogd worden en uit de cafés gehouden worden.

Jules Destrée
Helaas is er bijna 100 jaar na de Wet Destrée nog steeds veel werk aan de winkel:
Mensen in armoede – vooral ouderen, alleenstaanden en laaggeschoolden – komen maar zelden toe aan cultuurparticipatie. 74 procent van de laaggeschoolden hebben nog nooit een muziekoptreden, theaterstuk of amateur voorstelling bijgewoond, 66 procent heeft nog nooit een museum of galerie bezocht.
Dit lezen we in het onderzoek van het Netwerk tegen armoede en Locus. De diversiteit in onze samenleving weerspiegelt zich vandaag niet in de deelname aan het sociaal-culturele aanbod in Vlaanderen. Zo is er een kloof tussen de leefwereld van mensen in armoede en de sociaal-culturele sector. Cultuur- en vrijetijdsdiensten, sociaal-culturele organisaties, musea, bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra moeten zich steeds meer bewust zijn van hun opdracht naar publieksdiversiteit en het bereik van kansengroepen.
Kansarmoede is armoede aan kansen, kansen om het te maken in de samenleving, kansen om een goede job te vinden, om je kinderen een mooie toekomst te geven. Die kansen komen natuurlijk niet uit de lucht vallen en zijn ook niet gelijk verdeeld onder de mensen. Kansen ontstaan door het netwerk die mensen hebben, hun familie, hun buren, hun collega’s en hun vrienden. Dit wordt het sociaal kapitaal genoemd. Daarnaast ontbreekt hen vaak aan kennis over waarden, normen en omgangsvormen in de “succesvolle” groepen in de maatschappij, waardoor ze geen aansluiting vinden bij andere klassen.
Sociale relaties bepalen in grote mate mee de mogelijkheden tot maatschappelijke integratie en participatie aan de samenleving. Dit kunnen we bevorderen door hen te laten deelnemen aan cultuur, sport en het verenigingsleven. Isolement versterkt immers armoede, onder de mensen komen, kan een opstap vormen in de deelname in de samenleving.
Dit is zeer relevant voor onze gemeente waar het aandeel mensen in kansarmoede spectaculair stijgt.
Elk OCMW kan putten uit een fonds waarmee ze deelname van kansarmen aan activiteiten of manifestaties kan stimuleren. Het kan dit doen door een individueel voordeel toe te kennen, zoals de tussenkomst in de kosten voor een toegangsticket, maar het kan ook een collectief voordeel toekennen door een manifestatie te ondersteunen die zich (niet exclusief) tot de doelgroep richt.
Sinds oktober kan in Berlare de UITPas gekocht worden, dit is een soort klantenkaart voor culturele, sportieve en andere vrijetijdsactiviteiten in onze regio. Zo kun je punten sparen voor diverse voordelen. Deze pas kost normaal voor volwassenen 5 euro, mensen met een beperkt inkomen, krijgen deze pas gratis en krijgen diverse zeer goedkoop toegang tot diverse activiteiten.
Uit de praktijk van verenigingen waar armen het woord nemen blijkt het grote belang en effect van vrijetijdsactiviteiten voor mensen in armoede op hun algemeen welzijn, sociaal netwerk, welbevinden, zelfvertrouwen… We pleiten er dan ook voor om ‘vrije tijd’ als grondrecht te beschouwen voor elke burger, en de UiTPAS in te zetten als instrument om dit recht waar te maken. Het is onaanvaardbaar dat cultuur, sport en ontspanning een luxe zijn voor diegenen die het kunnen betalen en niet toegankelijk is voor mensen die dag in dag uit in stress en armoede leven. Het doel van de UiTPAS moet dan ook zijn om elke burger die vandaag in armoede leeft te bereiken met een divers aanbod van vrije tijd en ontspanning.
Staat er in de nota over de UITPas van het Netwerk tegen Armoede.
Daarmee stapt gemeente Berlare in bij een netwerk van reeds een pak andere UITPas-gemeenten. Berlare sluit aan bij de UiTPASregio Dender of een samenwerking met nog 8 andere gemeenten: Aalst, Dendermonde, Erpe-Mere, Haaltert, Lede, Ninove, Wetteren en Wichelen.
Het streven is om te komen tot een algemene Vlaamse niet-stigmatiserende vrijetijdspas voor mensen in armoede en het startschot kwam er onder voogdij van minister Anciaux in 2009.
Het eerste proefproject werd uitgevoerd in regio Aalst tussen 2010 en 2013. Het Netwerk tegen armoede werd hierbij nauw betrokken.
De UiTPAS wil de participatiedrempels verlagen voor zowel participanten als organisatoren en lokale overheden. Vooral de financiële drempel tot vrijetijdsdeelname bij personen in armoede wil men op die manier wegnemen, die krijgen immers een UiTPAS met kansentarief. Die wordt toegewezen na een sociaal onderzoek door het OCMW.
De UiTPAS is te koop in bibliotheek Berlare, Cultureel Centrum Stroming, Dienst Citymarketing, Dienst Vrije Tijd en het Sociaal Huis.

De Vooruit in Gent. Boven het podium van de theaterzaal staat: “Kunst veredelt”
Lijkt mooi, toch? Toch zijn er enkele aantekeningen te maken bij dit project in Berlare.
Mensen die in aanmerking komen voor de Uitpas voor mensen met een laag inkomen, moeten zich eerst aan een vragenlijst onderwerpen bij het OCMW, zelfs als ze voldoende bewijzen hebben dat ze tot die doelgroep behoren.
Daarnaast kunnen ze niet anoniem gebruik maken van hun kaart bij activiteiten van derden, daar zullen de organisatoren steeds opmerken wie ze een extra korting moeten bieden. Naast de ethische kant van de zaak vraag ik me af of deze procedure de toekomstige GDPR-richtlijn, inzake privacy, kan doorstaan?
Het Netwerk tegen Armoede organiseert ook opleiding voor de cultuursector en het verenigingsleven. Ideaal om dit ook lokaal te laten organiseren voor het verenigingsleven om in dialoog te gaan met mensen in armoede, om inzicht te krijgen in de complexiteit van de thematiek en om te leren hoe drempels weg te werken.
Vooral de openbare bibliotheek is de meest laagdrempelige culturele instelling, de meest toegankelijke plek voor informatie en de gemeentelijke dienst met de meest klantvriendelijke openingsuren.
Toch is ook de drempel tot de bibliotheek voor mensen in armoede nog vaak te hoog en krijgt de bibliotheek vanuit andere diensten niet de status als partner in het bestrijden van kansarmoede. De sociale identiteit van de bibliotheek is in de loop de laatste decennia verschoven van een “boekerij” naar een ontmoetingsplek die mensen connecteert met informatie, cultuur, vorming en ontspanning, maar ook met andere mensen. De bibliotheek is een ontmoetingsplek geworden waar mensen uit allerlei lagen van de bevolking van elkaar kunnen leren. Mooie cases om te bezoeken zijn Puurs en de Brugse Poort.
In Puurs organiseerde men ‘Het project ‘wARM welkom in de bib’, dat draait rond initiatieven om de bibliotheek nog meer toegankelijk te maken voor mensen met een ‘kleine portemonnee’. Het was initieel een samenwerkingsverband tussen vzw De Schakel Puurs en de bibliotheken van Puurs, Bornem en Sint-Amands. De Schakel bracht in een themagroep de barrières in kaart die mensen in armoede tegenhouden om de stap naar de bib te zetten. De Schakel en de drie bibliotheken organiseerden samen aangepaste ontmoetingsmomenten met een aangepaste rondleiding. Deze werking werd met de bibliotheek van Puurs actief verder gezet met de opstart van een bibclubje.
Laten we de UITPAS beschouwen als een eerste stap om mensen uit armoede te betrekken bij cultuur, niet de laatste.
Eén van de belangrijkste hefbomen om mensen uit kansarmoede te halen is “culturalisering”: zorgen voor trots en verbondenheid door het delen van normen, waarden, gewoonten, tradities en loyaliteit. Cultuur laat mensen groeien.