
Ik stemde juist voor de Classics 1000 van Radio 1:
De Scabs leerde ik kennen, toen we in de vroege jaren tachtig, met de jeugdbeweging op kamp waren in Diest. In een gezin vol brave Vlaamse en Franse muziek was “Matchbox car” het geluid dat de puber in mij wakker maakte. Sindsdien was ik verkocht aan de betere rock en had ik een chauvinistische Belpop-reflex.
Later kwam daar het unheimliche sfeertje van de economische crisis en de dreiging van de bom bij. Ik werd newwaver in het diepst van mijn gedachten. Allé, enkel in mijn gedachten, want ik was een te brave puber om mij ook vestimentair volledig te laten gaan. Niemand beter dan Anne Clark kon die Weltschmertz beter vatten in haar donkere poëzie op dansbare beats.
Eén van de weinige groepen waar ik quasi alles van verzamelde, was Talking Heads. Ik voelde een vreemd soort verwantschap met die enigmatische frontman, David Byrne, en dacht de diepere betekenis van de absurde songteksten te begrijpen. Nu iets minder 😉
Voor mij is de film “Stop Making Sense” één van de grootste mijlpalen in de hedendaagse muziekgeschiedenis. David Byrne ben ik blijven volgen en door hem kreeg ik ook de smaak voor Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse ritmes te pakken. Zonder hem ook geen internationale carrière voor Zap Mama, bijvoorbeeld.
Onlangs kon ik mijn liefde voor Talking Heads en David Byrne doorgeven aan Free, mijn dochter die musical studeert aan het conservatorium van Brussel. Samen hebben we waanzinnig genoten van “American Utopia”, zijn Broadway show. Nu schrijft Free aan een paper over zijn musical “Here lies love”, over het leven van Imelda Marcos.