Zondag was het opnieuw zover: op de receptie van de Cultuurraad van Berlare werden de Culturele nominaties uitgedeeld. Dit jaar gingen ze naar:
- Marc De Bruyne voor de promotie van het wipschieten
- David De Coster voor de doorbraak in Vlaanderen van de Berloumi-kaas
- professor Mo Lamkamfie voor zijn onderzoek naar het afsterven van cellen en het menselijk afweersysteem
- Kevin De Rouck en Nicki Van De Velde voor het verkrijgen van de Ambassadeur Magna Cum Laude
Zelf mocht ik de laudatio uitspreken voor Marc De Bruyne:
Culturele nominatie voor Marc De Bruyne
Weinig sporten zijn zo universeel als boogschieten, in zowat elke cultuur is boog en pijl ingeburgerd. Toch is er een enorme diversiteit: van de Mongoolse steppes tot de Amerikaanse prairies, van de prehistorie tot het heden. In verschillende culturen is pijl en boog echter meer dan een jacht- of sportwapen. In Japan is de Kyudo, het traditioneel boogschieten omkaderd met een pak rituelen, uitgegroeid tot ware zen-meditatie. Bij de San, of de Bosjesmannen in Zuid-Afrika, maken verliefde jonge mannen een miniatuur boog en schieten, als een ware cupido, een pijltje in het achterwerk van het meisje van hun dromen. Wanneer het meisje de pijl niet breekt, weet hij dat de liefde wederzijds is. Hoe simpel kan het leven zijn.
Maar er zijn ook minder fraaie anekdotes: het wereldberoemde V-teken, al dan niet in vulgaire vorm, [tonen] gaat terug tot de Slag bij Azincourt van 1415. De Fransen zouden immers, wanneer ze de veldslag wonnen, bij alle gevangen Engelsen de wijs- en middelvingers afsnijden zodat ze niet langer een boog konden hanteren. Na hun overwinning lieten de Engelsen bij wijze van spot hun twee vingers zien.
U hoort het: over boogschieten is veel te vertellen. Ook in onze contreien kent het boogschieten een zeer lange traditie. Uit de lokale burgerwachten, die hun dorp of stad moesten beschermen, groeiden de schuttersgilden. In Groot-Berlare zijn er zelfs nog 2 actief. In september organiseerde de Oudheidkundige kring van Berlare nog een zeer gesmaakte tentoonstelling over de Schuttersgilde Sint-Sebastiaan Berlare, die 450 jaar bestaat. Ook de Koninklijke schuttersgilde Sint Sebastiaan van Overmere heeft een respectabele leeftijd, ze werd opgericht in 1607. Daarmee zijn de schuttersgilden de oudste sportclubs in Vlaanderen. België telt 228 clubs, goed voor zo’n 5.000 leden, waarvan 500 jongeren.
Bij het wipschieten moeten de spelers zoveel mogelijk blokjes met pluimen, zogenaamde vogels, uit de 28 meter hoge toren schieten. Deze sport vond zelfs zijn weg naar ons taalgebruik: wie kent er de uitdrukking niet “de hoofdvogel afschieten”.
Het wipschieten is een lokale sport, met het zwaartepunt in Vlaanderen, en uitlopers naar Wallonië, Zuid-Nederland en Frans-Vlaanderen. Dezelfde streek waar belforten, beiaarden, reuzenstoeten en frietkoten welig tieren. Geworteld in de Vlaamse klei, dus.
Toch zijn deze schuttersgildes geen relikwieën uit het verleden. De sport is enorm geëvolueerd en de moderne compoundbogen zijn pareltjes van high-tech mechanica. Ondanks de spitstechnologie is het toch een sport waarbij training en ervaring voorop staan.
Nu over naar de hoofdvogel van deze avond: Marc De Bruyne werd in 2005, na het overlijden van Julien Colman, voorzitter van de Overmeerse schuttersgilde en sinds vorig jaar is hij ook voorzitter van de nationale koepel de Koninklijke Nationale Bond Der Belgische Wipschutters en de Europese bond.
Marc en zijn vrouw, Nancy, kregen de sport met de paplepel binnen. Marc leerde het van zijn vader en ook hun zoon en dochter werden boogschutters. Het is dan ook een sport voor het hele gezin, voor jong en oud. Senioren en jongeren schieten samen zich tot koning of keizer.
De sport verjongt zich met elke nieuwe lichting en daar werkt de Sint-Sebastaan-gilde in Overmere sterk aan. Ze werden dan ook door de nationale bond genomineerd voor hun jeugdwerking. In de laatste 15 jaar telden ze 5 kampioenen bij de jeugd. Marc heeft er een erezaak van gemaakt om de sport te promoten en te verruimen en nieuwe mensen aan te trekken.
Van promotie gesproken: in oktober trok hij samen met zijn vrouw naar Jakarta (Indonesië) om het boogschieten op de staande wip te promoten tijdens de World Sport For All Games. Deze “olympische spelen” voor traditionele sporten worden ook om de 4 jaar georganiseerd door de wereldbond Tafisa, onder bescherming van de UNESCO en het IOC. Daar werden een week lang verschillende traditionele en plaatselijke sporten gedemonstreerd uit de hele wereld. Een samenzijn van alle mogelijke culturen en een feest van diversiteit. Zo’n 12.000 deelnemers uit 110 verschillende landen en 100 000 toeschouwers waren aanwezig.
Het moet gezegd: Marc heeft meer dan zijn best gedaan om het wipschieten internationaal te promoten. Ondanks het aanbod van honderden andere sporten werd Marc geïnterviewd door CNN en diverse andere zenders. Hij mocht de gouverneur van Jakarta instrueren in het wipschieten. Ook een 300-tal andere geïnteresseerden kregen een initiatie door Marc, zijn vrouw of hun collega’s.
Het thema van de spelen in Jakarta was “unity in diversity” en dat is voor Marc ook de omschrijving voor het wipschieten: “individuele sport die in groep gespeeld wordt”. Het is dan ook een sport waar kameraadschap en gezelligheid primeren boven prestaties.
Ik ben alvast fan van deze sport, hopelijk volgen jullie ook.
Vanavond schiet Marc de hoofdvogel af: bedankt, Marc, om deze sport, en een belangrijk stuk cultureel erfgoed, internationaal in de kijker te plaatsen.